Komt je dit bekend voor?
Je wilt (of moet) even de kamer uit en je dreumes begint hartverscheurend te huilen. Jij zal toch echt even naar de wc moeten, maar je kind trekt aan je benen en protesteert heftig.
Verwarrend net wanneer je kindje je minder nodig zou moeten hebben, lijkt het juist of je meer dan ooit nodig bent. En het lijkt of je kind graag zelf iets wil ondernemen, maar zodra je kindje merkt dat er enige druk wordt uitgeoefend trekt je kindje zich meteen terug.
Deze tegenstrijdigheid is voor een dreumes heel vanzelfsprekend, omdat je kindje heen en weer wordt geslingerd tussen aan- en afhankelijkheid, tussen zelf op onderzoek uitgaan en veilig bij jou blijven.
Vleiend is het natuurlijk wel om te weten dat je, zelfs bij het groter worden van je kindje zijn leefwereld, daarvan nog steeds het middelpunt bent. Maar het is ook wel een beetje lastig, zoals iedere ouder weet die iets moet doen terwijl er een kind aan zijn been hangt of op je gevoel begint te werken door hartverscheurend te snikken.
En je bent niet de enige die er last van heeft: je dreumes kan ook niet zoveel doen als hij zich aan je vastklampt. In deze soms moeilijke overgangsfase zal je het juiste evenwicht dienen te vinden tussen het geven van te veel steun en veiligheid en te weinig, tussen de steun die je kindje nodig heeft om te groeien en overbezorgdheid die je kind in zijn groei belemmert.
Een proces dat begint bij de geboorte en doorgaat tot in de kinderjaren, puberteit en het begin van de volwassenheid. Moedig je kindje liefdevol aan en je kindje zal je voorzichtig loslaten en zelfstandig iets gaan ondernemen
Hoe? Lees verder voor tips
1. Maak duidelijk dat je terugkomt
Zodra een geliefd persoon eenmaal uit het gezichtsveld is verdwenen, maken sommige kinderen zich ongerust of de persoon wel weer terugkomt. Aan de hand van een spelletje, waarbij je kind leert dat de dingen niet echt verdwijnen (een voorwerp bestaat nog steeds, ook al is het niet langer te zien)
Dus dat betekent: Kiekeboe spelen. Verstop je achter de deur. Alhoewel als je kind daardoor van streek raakt, is achter de bank of het gordijn waarschijnlijk handiger. Verstop je om te beginnen een paar seconden en bouw dit geleidelijk op. Praat met je kindje als je je hebt verstopt, om te laten weten dat je er nog bent. “Waar is mama nou?”
Raakt je kindje erg overstuur? Verstop dan alleen je gezicht (achter je handen, een boek of een theedoek) of een gedeelte van je lichaam (achter een gordijn of deur) of probeer in plaats van jezelf een beer of een pop. Als je kindje een beetje gewend raakt aan je verdwijntrucs, moedig hem dan aan om het spelletje zelf ook te spelen.
2. Maak tijd voor je kind…maar overdrijf niet
Als (gast)ouder vind ik het belangrijk om veel activiteiten te ondernemen met de kinderen. Ik zing liedjes met ze, lees boekjes voor, speel spelletjes met ze maar ik moedig kinderen zeker ook aan om zelfstandig te spelen.
3. Zorg dat je kindje bezig is
“Geef jij pop eventjes eten? Dan gaat mama ook eventjes bezig met het eten.”
Hopelijk weet dit je kind zijn belangstelling te wekken voor de korte tijd dat je iets anders doet.
4. Hou contact
Blijf tegen je kind praten terwijl je bezig bent.
5. Hou het luchtig
Sommige ouders brengen onbewust hun bezorgdheid over op hun kind. Wanneer je je dreumes alleen laat, doe dat dan met een lachend gezicht en een vrolijke stem.
6. Blijf kalm, ook al is de dreumes dat niet
Wordt niet boos en ga ook niet te veel mee in het verdriet van je kindje. Probeer juist helemaal niet te reageren. En laat je door je kind zijn reactie er niet van weerhouden om te gaan. Zeg nonchalant: ‘Het is goed. Ik ben zo terug.’
Je kindje zal niet alle woorden letterlijk begrijpen, maar je kindje zal zeker worden gerustgesteld door je kalme stem. Zeg wanneer je terugkomt met dezelfde kalme stem: ‘Hier ben ik weer. Heb je het leuk gehad?’
Je kindje zal gauw doorhebben dat je altijd terugkomt, wanneer je weggaat, precies zoals je had beloofd. Als je iedere keer hetzelfde zinnetje gebruikt bij het weggaan en terugkomen, krijgt je kindje wat meer zelfvertrouwen in je komen en gaan.
7. Laat je kindje achter je aankomen
Hoe simpel kan het zijn? Wil je kindje achter je aankomen, terwijl je naar de wc moet of mee naar de keuken? Laat je kindje dan achter je aankomen.
8. Laat je kind gaan
Zelfs een dreumes die zich altijd aan je vastklampt, gaat toch nog geregeld bij je weg. Alleen zijn is immers alleen maar een ramp als het idee van papa of mama afkomstig is, niet als het je eigen idee is. Heb je samen met je dreumes zitten spelen en ze wil weg om zelf iets te doen, laat je kind dan gaan.
9. Zorg dat je niet afhankelijk wordt van je dreumes aanhankelijkheid
Soms genieten ouders er stiekem van dat hun kinderen afhankelijk van hen zijn en moedigen ze dit onbewust aan. Ze blijven in de buurt hangen, terwijl ze eigenlijk helemaal niet nodig zijn. Ze spelen al in op de afhankelijkheid van hun kind nog voordat dit ergens last van heeft (“niet huilen, ik ga alleen even de afwas doen.”) Confronterend misschien, maar als je weet wat je rol in deze afhankelijkheidscyclus is , zal het je gemakkelijker vallen, deze te doorbreken.
10. Wees geduldig
De angst van je dreumes om zonder je te zijn, is een normale fase van de ontwikkeling. Met jouw steun en liefde zal je kind hier op den duur vanzelf overheen groeien.